Borstvoeding draait om 2 belangrijke processen: het maken van melk en het afgeven ervan. De melkproductie begint tijdens de zwangerschap wanneer hormonale veranderingen, voornamelijk een stijging van progesteron, je borsten het signaal geven om zich voor te bereiden op het maken van melk. In de aanloop naar de geboorte kun je zelfs colostrum zien (waarover verder in dit artikel meer wordt uitgelegd).
3
Na de geboorte vindt er een grote verschuiving plaats. Met een daling van het progesterongehalte en een stijging van prolactine, cortisol en insuline, neemt de melkproductie toe.3
De eerste melk, colostrum genoemd, is een dikke, goudgele vloeistof vol essentiële voedingsstoffen die in kleine hoeveelheden voorziet in de borstvoedingsbehoeften van je pasgeboren kindje.4,16,17 Het zit ook vol antilichamen en helpt ook om het immuunsysteem van je baby op gang te brengen.
Hoewel je baby in het begin vaak wil drinken, soms zelfs elk uur, zal je lichaam al snel 'rijpe' melk gaan produceren en kan je baby de voedingen meer gaan spreiden.4 Dit gebeurt meestal 3 tot 4 dagen na de bevalling, hoewel er ook dingen zijn die dit kunnen vertragen en het eerder kan gebeuren als dit niet je eerste baby is.