Tijdens de overgang verandert er veel in je lichaam. Die veranderingen kunnen ervoor zorgen dat je langzaam wat aankomt. Dat komt bijvoorbeeld door schommelende hormonen, veranderingen in je stofwisseling en een slechtere nachtrust. Deze factoren werken samen en kunnen ervoor zorgen dat je gewicht toeneemt, ook als je niks aan je eetpatroon verandert.
Hormonale veranderingen
Rond de overgang daalt het oestrogeenniveau. Hierdoor kan het lichaam meer vet gaan opslaan, vooral rond de buik, borst en organen zoals het hart.1,2 Minder oestrogeen betekent vaak ook dat je lichaam minder energie verbruikt, wat bijdraagt aan geleidelijke gewichtstoename.2
Ook kan de hoeveelheid cortisol, het stresshormoon, meer gaan schommelen.3 In combinatie met de daling van oestrogeen kan dit ervoor zorgen dat je sneller aankomt, vooral rond de taille.4 Regelmatig bewegen, voldoende slapen, gezond eten en genoeg ontspanning kunnen helpen om je cortisolwaarden stabiel te houden.5
Minder spiermassa
Tijdens de overgang neemt zowel spiermassa als spierkracht af.6 Dit komt deels doordat oestrogeen afneemt. Spiercellen reageren namelijk op dit hormoon. Ook wordt spierweefsel sneller afgebroken dan opgebouwd en reageren spieren minder goed op krachttraining.7
Slechter slapen
Tussen de 40 en 56 procent van de vrouwen ervaart
slaapproblemen tijdens de overgang.
8 Klachten als opvliegers, somberheid en
nachtzweten kunnen je nachtrust flink verstoren. Slecht slapem maakt het lastiger om actief te blijven en kan daardoor ook zorgen voor extra gewicht.
2,8
Meer insulineresistentie
Na de overgang worden vrouwen minder gevoelig voor insuline. Daardoor neemt het risico op diabetes type 2 toe.16 Het lichaam kan dan ook makkelijker vet opslaan, vooral in het buikgebied.9 De afname van oestrogeen lijkt hierbij een belangrijke rol te spelen.